De vakcentrales willen vasthouden aan de hogere ontslagvergoedingen op basis van de kantonrechtersformule in de sociale plannen die zij afsluiten met bedrijven. FNV, CNV en De Unie leggen zich dus niet neer bij de nieuwe Wet werk en zekerheid.

Dat meldt het Financieele Dagblad vrijdag.

“Wij zien die transitievergoedingen in de Wwz als minimumbasis en gaan, afhankelijk van de situatie in een sector, aanzienlijk hogere vergoedingen voor vanwerknaarwerktrajecten en inkomensverlies in de sociale plannen regelen”, aldus cao-coördinator Mariëtte Patijn van de FNV.

Sinds 1 juli is de Wet werk en zekerheid van kracht. Met dit plan wil minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken de kloof tussen de vaste baan en flexibele krachten kleiner te maken. Op basis van de wet krijgt een werknemer die minimaal twee jaar in dienst is geweest, altijd een zogeheten transitievergoeding mee. Die bedraagt minimaal een derde maandsalaris met een maximum van 75.000 euro.

Kantonrechtersformule

De transitievergoeding is fors lager dan de vergoeding die tot dinsdag via de zogeheten kantonrechtersformule kon worden toegekend. Want naast de route via het UWV konden bedrijven bij de kantonrechter om ontbinding van een arbeidsovereenkomst vragen. Dat ging sneller dan het UWV, maar was wel duurder vanwege die vergoeding.

Die vergoeding bedroeg gemiddeld een maandsalaris per gewerkt dienstjaar (dienstjaren onder je 35e telden voor een halve maand mee; die boven de 45 en 55 jaar voor 1,5 respectievelijk 2). Als de werkgever óf de werknemer steken had laten vallen, kon de rechter de vergoeding aanpassen.

Overigens hebben bedrijven in het mkb in juni voor honderden werknemers ontslag aangevraagd om te voorkomen dat ze na 1 juli de nieuwe transistievergoeding uit moeten keren, bleek eerder deze week uit een rondgang van de Volkskrant onder arbeidsrechtadvocaten en uit cijfers van het UWV.

Voorbeelden van aangepaste arbeidsovereenkomsten vind je hieronder (Ondernemer & Fiscus)

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl